Hit the road

2 augustus 2016 - Leh, India

Wij zijn gearriveerd in het plaatsje Leh in Noord India. Volgens de lokale bewoners staat Leh voor: Live Ends Here. Kan ik ze geen ongelijk in geven. Het was een hele reis om hier te komen. We zijn samen ouderwets on the road geweest. Van Nagarkot in Nepal naar Leh in Noord India was naast hele reis en vooral een onvergetelijke trip. Toen wij in Delhi aankwamen zijn we de volgende dag doorgevlogen met Air India naar Chandigarh. Wonderschone stewardessen overigens. Bij Air India. Voel ik mij letterlijk en figuurlijk bij in de wolken. Maar dit terzijde. Chandigarh dus. Voor ons een tussenstop om door te reizen met de bus. Voor Le Coubussier een architectonische jongensdroom. In opdracht van Nehru ontwierp hij deze stad uit het niets. Weinig Indiaans aan met wijken in blokken die sectoren worden genoemd. Uit de lucht kan je de 'sectoren' van de stad goed waarnemen. Ons busstation ligt in sector 43. Het is even zoeken waar we onze bustickets kunnen kopen. We dwalen over een druk busstation maar worden niet veel wijzer. Wat te doen? We treffen de enige niet Indiër. Komt uit België en reist met haar Indiase vriend. Ze helpen ons verder. We bemachtigen voor 800 roepies elk een kaartje naar Manali. Nemen een Lodge waar we kunnen rusten, douchen en eten. En voort gaat het om 11.00 uur 's avonds met de nachtbus naar Manali. Een trip van 9 uur langs een route door de bergen waarvan de benaming weg te veel van het goede is. De bus piept, kraakt, steunt en kreunt als een oude hoer op een gangbang party. En het ergste moet dan nog komen. Om met Schopenhauer te spreken. Maar daar kwamen we later pas achter. We verkozen de busreis om te acclimatiseren vanwege het hoogteverschil. Geen overbodige luxe overigens. Het hoogste punt dat we moeten passeren naar Leh ligt op 5300 meter. Na een doorwaakte nachtrit is het goed toeven in Manali. Een bergdorpje op 2600 meter. Voor het eerst zitten we in een meer Westerse omgeving. Een Indiaas bergdorpje bevolkt door freaks en jongeren van buiten India. Deze komen vooral af op de goede kwaliteit wiet die hier groeit als onkruid. Als we door het oude deel van Manali dwalen klinken uit een barretje de klanken van Bob Marley. No women no cry. Tegenover het barretje staan grote struiken afgetopte wiet. Leed is betrekkelijk zo blijkt. Met mijn women loop ik verder, de wiet latend voor wat het is. Boven in het dorp vinden we een eettentje. Drinken een Lassi en eten Tibetaanse Momo's. Genieten van een spectaculair uitzicht over de vallei. Het leven is goed concluderen wij. De volgende dag boeken wij de laatste bustickets voor zondag naar Manali. De bus voor maandag gaat niet en dinsdag zit vol. Goede raad is duur, dus boeken. Het zijn wel twee plaatsen achterin. Oef dat dan weer wel. Als we op zondagochtend om 8.00 uur een TukTuk willen pakken naar het busstation is er in geen velden of wegen een TukTuk te bekennen. Normaal zoemen ze om je heen als wespen. Beetje pech dus. Dan maar lopen. Met een lege maag. De hotelstaf had ons rijstepap toegezegd. Nada. We moeten het doen met een kopje massala tea. Net op tijd de bus gehaald. Bea schrijft ons in bij de touroperator. In een groot boek van Sinterklaas. Doen ze overal in India. Waar je gaat of staat. Inschrijven in een groot boek. Wat ze er mee doen weet alleen de Indiase Sinterklaas. Samen met de chauffeur lopen we gedrieën naar de bus. Bij een altaar maakt de chauffeur een ritueel gebaar. Zullen we nodig hebben voor een rit van 425 kilometer. In twee dagen ons voerend over vier monsterlijke passen met als topper de Taglangapas van 5380 meter. De een na hoogste weg ter wereld. Kom daar maar eens om met je ANWB-lidmaatschap. De bus voert ons naar de hoofdweg van Manali naar Leh. Voorheen slechts toegankelijk voor militair gebruik. Eind jaren tachtig open gesteld voor burgers. Vanwege de ligging is dit gebied trouwens nog steeds controversieel. Pakistan, China en India betwisten elk de Ladakh regio. Dus geen bereik met je telefoon. Satelliet telefoons uit den boze. De Leh regio kom je dan ook alleen in als je genoteerd bent in het boek van de Indiase Sinterklaas. Maar terug naar onze rit. Op 3400 meter hebben wij onze eerste stop. We eten bij een tentje een omelet en drinken een kopje massala thee. Kopen extra flessen water. Veel drinken helpt tegen hoogteziekte. Jammer dat de bus zo weinig stopt om de hoge nood te ledigen. Ondertussen zijn we op de achterbank behoorlijk door elkaar geschud. Regelmatig komen we met onze billen van de bank. De rolocoaster krijgen we er dus gratis bij. De weg is nagenoeg onverhard. Vangrails zijn een westers luxe product en de dieptes waarlangs de bus scheert zijn eindeloos. Ik zit links achterin en heb voortdurend het gevoel dat ik bij een haarspeldbocht boven de afgrond zweef. Is goed voor de stalen zenuwen. Na 7 uur rijden komen we aan op onze tussenstop. Een dorm waar wij de nacht doorbrengen. We slapen met een Australisch stel op een kamer. Het zijn onze lotgenoten op de achterbank. De volgende ochtend is het om 3 uur op staan. Iets wat op een gevangenisbel lijkt wekt ons ruw uit de slaap. Twee heren brengen ons Masala tea. Met mededeling dat de bus om 4 uur weer gaat rijden. Op dag twee van onze reis zijn we 12 tot 14 uur onderweg. Vroege start is dus noodzaak. Met bergtoppen van 4000, 5000 en 5380 in het vooruitzicht. Ik beluister Shine on your crazy dimonds van Pink Floyd. Heerlijk muziek als het ochtendlicht de duisternis verdrijft en het reuzengebergte doet ontwaken. Om 7 uur de eerste stop. Ontbijtje bij Tibetanen met Ginger tea en Chapatti's met pikkels. De bergen zijn adembenemend. Tonen ons de meeste prachtige kleuren en de mooiste sculpturen. Langzaam kruipt de bus omhoog langs peilloze diepten en wildstromende rivieren. Tussen twee passen komen wij vast te zitten. Een pontonbrug is onveilig en wordt door Tibetanen gerepareerd. Kost ons twee uur wachten. We lopen wat heen en weer en maken her en der een praatje. Schept een band zo'n kapotte brug. Community-art op 4500 meter. Dan maak ik een domme fout. Wil wat slapen en ga terug naar mijn plekje in de bus. Dom dom. Weinig zuurstof sowieso en in een stilstaande bus nog minder. Krijg te weinig zuurstof en ga half van mijn graatje. Water en een zuurstofflesje brengen mij weer op de been. Als 'beloning' krijgen Bea en ik een betere plek voorin. Met dank aan een Italiaans stel. Bij de eerst volgende medische controle post laat ik mijzelf even checken. Everything under control. Hoogteziekte niet aan de orde. In de bus zijn inmiddels verschillende mensen behoorlijk beroerd van de grote hoogte. Bea en ik verstouwen tijdens de rit op dag 2 bijna 8 liter water. Beetje licht hoofd thats all. Gelukkig wordt de weg beter en via een hoogvlakte op 4500 meter en een kaarsrechte weg beginnen we aan de laatste klim. De Taglangapas op 5380 meter. Als we uitstappen op de top voelt het alsof ik hartstikke stoned ben. Het tempo is laag en concentreren lukt maar nauwelijks. Mijn selfie gaat de mist in voor het hoogtebord. Links wat cijfers en rechts een stukje van mijn hoofd. Gauw terug de bus in. De afdaling duurt nog een paar uur. Vlak voor Leh weer controle. Bea schrijft ons weer in in het boek van Sinterklaas. Het is 20.30 uur en donker als we aankomen in Leh. We nemen een taxi naar het hotel. Ben te moe om te onderhandelen over de prijs. We hebben een prima kamer met een heerlijk bed. Vallen na vijf dagen reizen in een diepe slaap. Als ik in de ochtend de gordijnen opendoe hebben we een verpletterend uitzicht over het gebergte dat we in twee dagen tijd hebben gepasseerd. Hit the road. We did it!

Foto’s

1 Reactie

  1. Angeline:
    3 augustus 2016
    Wauw wat een verhaal! Alleen hebben jullie het echt beleefd :-)